"Ik heb een prima jeugd gehad en mijn ouders hebben alles goed gedaan"
Zo sprak John uit toen we spraken over zijn familie. Zijn moeder was overleden toen hij 20 was en zijn vader was een paar jaar geleden overleden. De tranen rolden over zijn wangen toen hij over zijn moeder sprak. Hij had duidelijk nog veel verdriet over het gemis dat hij al jaren voelde. Als zoon was hij altijd haar steun en toeverlaat geweest. Zijn vader was vaak afwezig, druk met werken en sociale activiteiten en bovendien dronk hij veel alcohol. Er was weinig verbinding tussen zijn ouders en er heerste vaak onbegrip, frustratie en irritatie in het gezin. Vader ging zijn eigen weg en moeder voelde zich ongelukkig, alleen en had het er moeilijk mee. Ze twijfelde veel aan zichzelf en voelde zich onzeker.
Helpen uit liefde en loyaliteit
En John was er voor haar. Uit liefde en dankbaarheid voor haar hielp hij haar zo goed als hij kon. Hij bemiddelde tussen zijn ouders als ze elkaar niet begrepen en zorgde voor de andere kinderen in het gezin. Hij probeerde zijn moeder weer op te beuren als ze het niet meer zag zitten. Hij schoof zijn eigen behoeften als kind aan de kant, omdat hij daarmee hoopte te bereiken dat het beter zou gaan met zijn ouders en dat zijn moeder op de been bleef. Hij wilde graag dat zijn ouders gelukkig waren, bij elkaar bleven en voor hem beschikbaar zouden blijven.
De verkeerde plek innemen
John nam de plek in die zijn vader leeg liet in het familiesysteem en kwam tussen beide ouders in te staan. In plaats van te mogen ontvangen van beide ouders, moest hij geven en zo raakte de balans verstoord. En tot op de dag van vandaag was er nog steeds geen balans en voelde hij zich totaal leeg en uitgeblust. Zo ging het niet langer en hij was bang om in een serieuze burn-out terecht te komen.
Onveilige hechting
In het gesprek vertelde John dat hij 3 weken te vroeg was geboren en dat de navelstreng 3 keer om zijn nek zat. Kennelijk was het voor hem als baby niet veilig genoeg bij zijn moeder in de buik om langer te blijven en overkwam het hem bovendien dat hij geen adem kon krijgen door de navelstreng om zijn nek. Hij ervaarde dus al vroeg een gebrek aan veiligheid en kwam de hechting met moeder al onvoldoende op gang. Samen met het onvoldoende beschikbaar zijn van beide ouders in zijn eerste jaren, zorgde dit ervoor dat hij niet kon uitreiken naar zijn ouders om van hen te krijgen wat hij nodig had.
Als een kind onvoldoende kan krijgen van de ouders, dan moet het geven aan de ouders
John hoopte te kunnen ontvangen van zijn ouders door te gaan geven aan hen. Hij probeerde hun behoeften te gaan vervullen en zo maakte hij zijn eigen behoeften ondergeschikt.
Redden is het overnemen van verantwoordelijkheid
John voelde zich verantwoordelijk voor het geluk van zijn ouders en stemde zich af op hun behoeften. Hij stond altijd klaar om ze te helpen. En dat ging ten koste van hemzelf, want het was veel te zwaar. En toch bleef hij het uit loyaliteit doen, het redden.
Het redden begon dus al heel vroeg in zijn leven en tot op de dag van vandaag zette hij onbewust deze strategie in om zich maar niet onveilig te voelen.
De opstelling laat de bewuste en onbewuste realiteit zien
We stellen het gezin op, waaruit John is voortgekomen.
Als snel wordt zichtbaar wat hij onbewust zijn hele leven al doet. Zijn moeder leunt zwaar op hem en hij verdraagt het oneindig. Het is veel te zwaar voor hem, maar hij kan dit niet uitspreken. Uit liefde voor zijn moeder helpt hij haar lot dragen. Ook als het ten koste gaat van hemzelf. Na een tijdje gaat hij zich realiseren wat hij in de werkelijkheid altijd heeft gedaan en dit ontroert hem zeer. Hij voelt zijn eigen verdriet en daar heeft hij het even zwaar mee. Na de opstelling spreek hij uit dat het het klopte dat het zo was. Zijn ratio had hem een ander verhaal voorgehouden om het gevoel van de pijn en het verdriet maar niet te hoeven voelen.
Nieuw perspectief op de realiteit
De opstelling brengt hem een nieuw perspectief op zichzelf en zijn situatie. Hij heeft gevoeld hoe het voor hem is geweest. Met deze realiteit zal hij moeten leren omgaan. Dat is onderdeel van het proces dat ik met hem doorloop in het traject. In de opstellingen en sessies die nog volgen, brengen we hem weer in balans en neemt hij verantwoordelijkheid voor wat van hem is. Hij heeft lang genoeg in zijn leven de verantwoordelijkheid genomen voor wat bij de anderen hoorde. Wordt vervolgd dus…